Home  Forum    Hyves    Krabbelbabbels.nl   Gratistegoedbon.nl

 Links Privacy Beleid   Toevoegen aan favorieten



Huidlagen

De huid beschermt tegen allerlei invloeden van buitenaf en bestaat uit drie delen: het bovenste (buitenste) gedeelte wordt gevormd door de opperhuid (de epidermis). Daaronder ligt de lederhuid: het corium of de dermis. Deze lagen vormen de huid. Het onderste gedeelte is het onderhuidse bindweefsel (subcutis). Onder de subcutis bevindt zich een vetlaag.



In de huid bevinden zich ook huidaanhangsels: talgklieren, zweetklieren, haarwortels en plaatsen waar nagels worden aangemaakt, het nagelbed.



Opperhuid

De epidermis bestaat voor het grootste deel uit 1 type cel: de keratinocyt. De keratinocyten worden in de onderste laag (de basale laag) gevormd en schuiven van daaruit langzaam naar boven. Geleidelijk gaan ze over in een dode verhoornde cellaag, de hoornlaag, waar de cellen steeds losser tegen elkaar liggen. De verbinding tussen de afzonderlijke opperhuidcellen is van groot belang voor de bescherming van de huid, onder andere tegen uitdroging. De opperhuid is normaal slechts enkele tienden van een millimeter dik, waarbij de hoornlaag niet meer is dan een dun vliesje. Op plaatsen waar de huid veel eelt bevat, zoals de handpalmen en de voetzolen, is de hoornlaag extra dik.

De opperhuid vernieuwt zich ongeveer 1 keer per maand. Het vermogen tot aanmaak van nieuwe cellen in de basale laag, maakt dat de huid bij een verwonding vrij snel dichtgroeit. Bij jonge mensen verloopt de celdeling sneller dan bij ouderen.

In de opperhuid bevinden zich behalve de keratinocyten nog melanocyten. Melanocyten zijn pigmentcellen die tussen de cellen van de basale cellaag liggen en de pigmentkorrels maken. Het  pigment van de pigmentkorrels, het melanine, bepaalt voor een belangrijk deel de kleur van de huid en beschermt ons tegen zonlicht. Hoe meer pigmentkorrels, hoe donkerder de huid. De opperhuid vormt in zijn geheel een natuurlijke barriere tegen chemische stoffen en fysische invloeden zoals zuren, tegen uitdroging en beschadiging door zonlicht. De huid beschermt ons ook tegen het binnendringen van bacterien, schimmels en virussen.

Lederhuid

De lederhuid is een 1-3 mm dikke bindweefsellaag. Deze bestaat voornamelijk uit bindweefselcellen, bindweefselvezels en een gelachtige grondsubstantie. De uitstulpingen van de lederhuid in de opperhuid zitten vol met hele kleine bloedvaatjes (haarvaatjes) en lymfevaatjes, van waaruit de bovenliggende opperhuid wordt gevoed en afvalstoffen worden afgevoerd.

Andere zenuwvezels verzorgen de talg- en zweetklieren, de spiertjes rond de haren en de bloedvaatjes. De bloedvaten in de huid zijn niet alleen verantwoordelijk voor de voeding van de huid zelf, maar ook voor het regelen van de lichaamstemperatuur. De vezels in de huid bepalen de rekbaarheid en de trekvastheid. Hoe ouder de huid, des te minder rekbaar en trekvast deze is. In de lederhuid bevinden zich ook talrijke zenuwuiteinden die de mens tast, pijn en temperatuurzin verschaffen.



Onderhuids bindweefsel (subcutis)

Het onderhuidse bindweefsel bestaat voornamelijk uit vet. Het heeft een belangrijke functie als warmte-isolerende laag, energie-opslagplaats en stootkussen.

Talg- en zweetklieren

De talgklieren zijn verspreid over de hele huid, behalve op de handpalmen en de voetzolen. Talg bestaat uit een mengsel van allerlei vettige stoffen die de huid soepel houden en beschermen tegen uitdroging, Gemiddeld zijn er zo'n kleine honderd talgklieren op ieder vierkante centimeter. Op het midden van de borst en de rug, in het midden van het gezicht en op het behaarde hoofd loopt dit aantal op tot bijna duizend. Mensen met een hoge talgproductie hebben dan ook vaak last van vet haar.

Zweetklieren komen eveneens over het hele lichaam voor. Er zijn twee soorten zweetklieren. De zogenoemde eccriene zweetklieren komen over het hele lichaam voor en spelen een belangrijke rol bij het regelen van de lichaamstemperatuur. Bij emoties of nervositeit scheiden vooral de klieren in het gezicht en de handpalmen veel zweet af. De zweetklieren in de oksels hen rond de geslachtsorganen, de zogenoemde apocriene zweetklieren, hebben een ander bouw en functie.

De huid van een pasgeborene verschilt enigszins van die van een ouder kind en volwassene. De verschillen zijn echter alleen duidelijk bij het te vroeg geboren kind. Na de vierde levensweek is de huid van het kind geheel volwassen geworden. De dikte van de lederhuid van de pasgeborene is minder dan die van volwassenen.

Bron: Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie, www.huidziekten.nl

Naar boven